Joyce van Vliet
Bezwaar box 3 heffing 2017
Met ingang van het kalenderjaar 2017 is de heffing in box 3 aangepast. De hoogte van het forfaitair rendement is afhankelijk gemaakt van de omvang van het box 3-vermogen. Hoe groter het vermogen, hoe meer risico kan worden genomen en hoe hoger het rendement (zo veronderstelt de wetgever). Het wettelijke forfaitaire rendement loopt op tot maar liefst 5,38%. Als een belastingplichtige in een specifiek jaar een lager rendement behaalt dan het forfaitaire rendement, dan is dat niet voldoende om de belastingschuld te voldoen. Belastingplichtigen die het oneens zijn met de box 3 heffing (en het standpunt innemen dat sprake is van een buitensporige last) voor het belastingjaar 2017, dienen individueel en tijdig bezwaar te maken tegen de aanslag inkomstenbelasting. Bezwaarschriften die vóór 15 juli 2018 worden ingediend en die zijn gericht tegen de berekening van de box 3-heffing worden behandeld als een tijdig ingediend bezwaarschrift.
Box 3 tot en met 2016
Over de jaren tot en met 2016 bedraagt de hoogte van het forfaitair rendement een vast percentage van 4%. Inmiddels zijn er een aantal (proef)procedures geweest over de box 3-heffing in deze jaren. De vraag is of de box 3-heffing in strijd is met de Europese regels. De uitkomst is tot nu toe elke keer weer dat het forfaitaire rendement van 4% toelaatbaar wordt geacht binnen de ruime beoordelingsmarge die de wetgever hiervoor heeft. [1] Het forfaitair rendement wordt namelijk bepaald op basis van een lange termijn rendement. Indien in een specifiek jaar een lager rendement wordt behaald dan het forfaitaire rendement, dan is dat niet voldoende. Dit kan alleen anders zijn als het voor een lange reeks van jaren veronderstelde rendement van 4% niet haalbaar is en dit in combinatie met het belastingtarief tot een buitensporige last zou leiden.
Massaal bezwaar
Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft in mei 2015 besloten om de bezwaarschriften tegen de heffing in box 3 als massaal bezwaar aan te merken. De behandeling als massaal bezwaar houdt in dat een klein aantal zaken aan de rechter zal worden voorgelegd. Oordeelt de rechter uiteindelijk dat de heffing in box 3 in strijd is met de Europese regels (waarbij sprake is van een buitensporige last), dan krijgt de belastingplichtige (met een box 3 vermogen) ook een teruggaaf als geen bezwaar is ingediend. Dit geldt voor alle belastingplichtigen waarvan de aanslag(en) inkomstenbelasting op 26 juni 2015 (het moment van het ingaan van het besluit) nog niet definitief vaststaan. Een aanslag is definitief als de bezwaartermijn van zes weken na de datum van de aanslag is verlopen. Hierbij merken wij op dat wij, met inachtneming van de eerdere arresten, de kans zeer gering achten dat de Hoge Raad zal beslissen dat de box 3 heffing over de jaren tot en met 2016 in strijd is met de Europese regels.
Box 3 vanaf 2017
Belastingplichtigen die het oneens zijn met de box 3 heffing (en het standpunt innemen dat sprake is van een buitensporige last) voor het belastingjaar 2017, dienen individueel en tijdig bezwaar te maken tegen de aanslag inkomstenbelasting. Voor het jaar 2017 is namelijk geen sprake van een massaal bezwaar. Indien u van mening bent dat de box 3 heffing in uw situatie een buitensporige last is, verdient het aanbeveling om een bezwaarschrift in te dienen. Indien wenselijk, adviseren en assisteren wij u hierin graag.
Aangezien de Belastingdienst reeds in een aantal gevallen definitieve aanslagen inkomstenbelasting over het jaar 2017 heeft opgelegd, zullen de bezwaarschriften die worden ingediend vóór 15 juli 2018 en die zijn gericht tegen de berekening van de box 3-heffing worden behandeld als een tijdig ingediend bezwaarschrift.
[1] In een recente procedure heeft een advocaat-generaal de Hoge Raad – de hoogste Nederlandse rechter – bijvoorbeeld geadviseerd om een zaak nader te onderzoeken. In dit specifieke geval had de belastingplichtige een verlies in Box 3 geleden. Volgens die advocaat-generaal leidde in dit geval de vermogensrendementsheffing tot en individuele een buitensporige last waardoor die heffing niet geheven kan worden. De Hoge Raad heeft in dit geval het advies niet gevolgd en helaas anders beslist.