16 april 2018
Dick van Sprundel

Wie wordt de Mol?

Het programma “Wie is de Mol?” is een spel waaraan (blijkbaar?) bekende Nederlanders deelnemen. Het doel van het spel is dat de deelnemers moeten samenwerken om geld voor een pot te verdienen. Onder de deelnemers zit een mol: diegene die het spel in het geheim saboteert. Dit ‘mol-gevoel’ komt bij mij naar boven bij de “mandatory disclosure”.

Binnen Europa heerst tegenwoordig een doorgeslagen transparantie. In een recent aangenomen voorstel moeten lidstaten binnen Europa verplicht wetgeving in hun nationale wetten opnemen waarin mandatory disclosure is opgenomen. Wat is mandatory disclosure? Simpelweg en kort samengevat dienen intermediairs, zoals belastingadviseurs, de door hen bedachte grensoverschrijdende belastingstructuren met bepaalde eigenschappen te melden bij belastingautoriteiten, voordat hier gebruik van wordt gemaakt (of de belastingplichtige moet zelf melden in geval van een wettelijk verschoningsrecht).

Hoewel melden niet impliceert dat volledige adviezen gedeeld moeten worden, dient er behoorlijk veel informatie te worden overlegd (waaronder details waardoor het voordeel ontstaat). Soms is wetgeving niet duidelijk en het volledig delen van adviezen – met alle mitsen, maren en mogelijke risico’s – gaat me sowieso veel te ver. Ik trek graag een parallel met het zogenaamde bekende due diligence arrest van de Nederlandse Hoge Raad uit 2005. De Hoge Raad heeft destijds bevestigd dat dergelijke uitgebreide rapportages niet gedeeld hoeven te worden met de belastingdienst. De Hoge Raad baseerde zich op het zogenaamde ‘fair play beginsel’. Uiteraard is eenieder verplicht aan de inspecteur desgevraagd inlichtingen en gegevens te verstrekken die voor de belastingheffing van belang kunnen zijn. De Hoge Raad besliste destijds dat stukken die ten doel hebben de fiscale positie van de belastingplichtige te belichten of hem daaromtrent te adviseren niet gedeeld hoeven te worden. Deze lijn zou wat mij betreft bij mandatory disclosure eveneens leidend moeten zijn.

Ik heb nog meer bezwaren. Het is in Nederland gebruikelijk dat belastingplichtigen rulings – afspraken met de belastingdienst – afsluiten. Daarnaast hebben Nederlandse belastingplichtigen horizontaal of informeel horizontale afspraken met de belastingdienst; alle relevante zaken worden gedeeld. Blijkbaar is dit niet genoeg. Op grond van de mandatory disclosure moeten informatie nogmaals worden gedeeld, ook als deze al bekend is bij de belastingdienst (bij een ruling of in geval van horizontaal toezicht). Dit lijkt op overrapporteren. Wat als een klant meerdere adviseurs heeft? Daarenboven en belangrijker: naast fair play dient een adviseur zich naar mijn mening ook aan zijn geheimhoudingsplicht – wettelijk of informeel – te houden. Het melden van grensoverschrijdende belastingstructuren waarbij een van de hoofddoelen is dat redelijkerwijs een belastingvoordeel kan worden bereikt, lijkt me evenmin de zaak van een adviseur. Het richtlijnvoorstel zit vol met andere onduidelijkheden. Gelukkig komt er in Nederland nog een parlementaire behandeling aan en wordt deze regelgeving pas per 1 juli 2020 van toepassing. Er is dus nog tijd om verduidelijkingen te krijgen (en om grensoverschrijdende structuren robuust op te zetten of aan te passen). Hopelijk wordt een belastingadviseur geen overrapporteur!

Kortom: belastingontduiking kan en mag niet. Het binnen de wet- en regelgeving en op grond van de dan geldende tijdgeest op een robuuste wijze belasting besparen en niet meer betalen dan benodigd is, lijkt me niet moeten ontaarden in een tv-spel met een mol. Advocaten hebben een wettelijk verschoningsrecht en ook belastingadviseurs hebben een geheimhoudingsplicht. Meer transparantie, daar is niets op tegen, maar een buitenproportionele administratieve lastenverzwaring en “alles is voor bassie” lijkt me niet wenselijk. Speel het spel ‘fair’. Wie wordt de Mol?

Dick van Sprundel

Partner, advocaat & belastingadviseur
Of ga naar: